21 juni 2024

Reflectie en risicoanalyse randvoorwaarden voor effectieve plannen van aanpak opvolging Van Rijn

Alle landelijke publieke omroepen en de NPO hebben het Commissariaat voor de Media laten weten hoe zij aan de slag zijn gegaan met de bevindingen van het rapport van de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen (OGCO) onder leiding van de heer Van Rijn. Op 20 februari jl. had het Commissariaat de omroepen en de NPO verzocht om uiterlijk 1 mei met een individueel plan van aanpak te komen. Het Commissariaat heeft daarbij aangegeven dat in de individuele plannen ten minste aandacht moet worden besteed aan drie elementen: reflectie, reparatie en risicoanalyse. Zie dit eerdere nieuwsbericht op onze website: Brief Commissariaat aan NPO en omroepen over opvolging OGCO-rapport – Commissariaat voor de Media (cvdm.nl) Het is goed om te zien dat alle partijen aan de slag zijn gegaan met de opvolging van het rapport. Het Commissariaat heeft in een nieuwe sectorbrief van 6 juni zijn algemene beeld van de voortgang gedeeld met de media-instellingen, en bij die gelegenheid aandacht gevraagd voor de elementen ‘risicoanalyse’ en ‘reflectie’ als essentiële randvoorwaarden voor een effectief definitief plan van aanpak. Eerder vroeg het Commissariaat in dit kader al aandacht voor de vraag in hoeverre er binnen de organisatie nog voldoende draagvlak is voor het huidige leiderschap om de cultuurverandering te kunnen realiseren.

Commissariaat-voorzitter Amma Asante: ‘De benodigde cultuuromslag is enerzijds een traject van lange adem. Systemische veranderingen kosten tijd en vergen een goede risicoanalyse. Tegelijkertijd vraagt herstel van vertrouwen ook om handelen in het heden, bijvoorbeeld het aanpakken van de kwaliteit van het leiderschap. Ik wijs hierbij op het rapport van de OGCO. In situaties waar medewerkers te maken hebben met ongewenst gedrag, is het ondernemen van actie door de leiding cruciaal voor het herstel van het vertrouwen in de organisatie. Dat draagt ook bij aan de geloofwaardigheid van het traject op de lange termijn.’

Vervolg
Het Commissariaat gaat de definitieve plannen van aanpak zorgvuldig analyseren en afzonderlijk terugkoppelen. De uitvoering van de plannen is onderwerp van het toezicht van het Commissariaat. Het Commissariaat vult zijn toezichtstaak risico-gebaseerd in. Dit betekent dat we de mate van intensiteit van zowel de terugkoppeling als de monitoring laten afhangen van het risicoprofiel van iedere organisatie. We kijken o.a. naar de grootte, de aard van de activiteiten, de uitkomsten van het OGCO-rapport en actuele signalen die wij van medewerkers ontvangen. Dit is maatwerk en vraagt veel van onze capaciteit.

Waarom houdt het Commissariaat toezicht op de opvolging van het OGCO-rapport? Het OGCO-rapport bevestigt dat grensoverschrijdend gedrag afbreuk kan doen aan de journalistieke kwaliteit en creativiteit. Daarmee komen de belangen van media-gebruikers direct in het geding. Zij moeten er bijvoorbeeld op kunnen vertrouwen dat journalistiek media-aanbod onafhankelijk tot stand komt, doordat makers hun werk kritisch kunnen doen, in een cultuur waarbij medewerkers zich vrij kunnen uitspreken. De constateringen van de OGCO raken daarmee rechtstreeks aan de uitvoering van de publieke media-opdracht door omroepen en het toezicht hierop door het Commissariaat voor de Media. Landelijke publieke omroepen moeten er immers voor zorgen dat een breed en divers publiek wordt voorzien van informatie, waaronder journalistieke inhoud, cultuur en educatie. En dat het media-aanbod evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand is. Dat vraagt om een sociaal veilige en inclusieve werkomgeving.

Hoewel het OGCO-rapport zich richtte op de landelijke publieke omroepen, bevat het ook nuttige inzichten voor de lokale en regionale publieke omroepen en andere organisaties in de mediasector.