Begrippenlijst
Aanbieder
Een aanbieder is een bedrijf, organisatie of persoon die media-aanbod aanbiedt gericht op Nederland, onafhankelijk via welk mediatype. In de Mediamonitor hebben we speciale aandacht voor aanbieders die nieuws- en opinieaanbod produceren. In de Mediamonitor is als aanbieder meestal gekozen voor de hoogste concernrelatie van het in Nederland actieve bedrijf. In een enkel geval wordt hiervan afgeweken en zijn de joint venture, de investeringsmaatschappij of het internationale moederconcern opgenomen als aanbieder.
Aandeelhouders
Alleen aandeelhouders van mediabedrijven met een belang van meer dan 10 procent worden in de Mediamonitor opgenomen.
Bereik
Het percentage – of absoluut aantal personen binnen de doelgroep dat het betreffende aanbod heeft gezien, gehoord of gelezen.
Bereik
Maat voor het percentage of aantal van (een deel van) de bevolking dat binnen een bepaald tijdvak van één bepaald merk, titel of platform gebruik maakt, of anders gezegd: hierdoor wordt ‘bereikt’. Per mediatype, merk, titel of platform wordt in het rapport aangegeven over welke leeftijdsgroep en welk tijdvak het bereik is gemeten.
Concentratie
De mate waarin er sprake is van verschillende aanbieders binnen één markt. Wanneer er sprake is van een afname van het aantal aanbieders dat opereert binnen een markt, is er sprake van toenemende concentratie.
Crossmediaal
Het combineren van verschillende mediatypen voor het aanbod van één mediamerk of mediatitel.
Dagblad
Alle kranten die minimaal vijf keer per week verschijnen en gericht zijn op (een deel van) het Nederlandse publiek, vallen onder de noemer ‘dagblad’.
Diversiteit
Diversiteit en pluriformiteit worden vaak inwisselbaar gebruikt. Diversiteit kan gaan om het aanbod, aanbieders op de markt of het media-aanbod dat wordt aangeboden en gebruikt door een individu. De laatste jaren groeit de aandacht voor de diversiteit dat een individu krijgt aangeboden. Dit komt vooral door de online omgeving die in toenemende mate geïndividualiseerd aanbod dient en toespitst op de voorkeuren van een individu.
Economische macht
Media-aanbieders hebben economische macht als er sprake is van een sterk geconcentreerde mediamarkt. Om economische macht aan te duiden kunnen marktaandelen gehanteerd worden op basis van mediagebruik. De aanbieder met het grootste marktaandeel binnen een traditionele mediamarkt of een functionele mediamarkt zoals de nieuws- en opiniemarkt heeft de grootste economische macht.
Eigendom
Alleen meerderheidsbelangen worden in de overzichten van eigendomsverhoudingen, eventueel relevante minderheidsaandelen worden in de tekst besproken. Alleen de gegevens worden weergegeven van de titels die door de Mediamonitor worden gevolgd en die dus op enige manier met informatievoorziening te maken hebben. Dus niet alle activiteiten van de mediabedrijven worden opgenomen. Ten behoeve van de overzichtelijkheid worden alleen de voornaamste titels, platforms en merken opgenomen.
Informatievoorziening
Informatievoorziening is het nieuws- en opinieaanbod dat over actuele en relevante gebeurtenissen en ontwikkelingen informeert. Politieke berichtgeving is er een onderdeel van. Het heeft een rol in het vormen van de publieke opinie en draagt bij aan maatschappelijke discussies. Het aanbod is door redacties, journalisten of personen vervaardigd en wordt met regelmaat openbaar gemaakt.
Marktaandeel
Maat voor het percentage van de totale gebruikstijd of bestedingen dat één bepaald merk, titel, platform of aanbieder binnen een bepaald tijdvak voor zijn rekening neemt, of anders gezegd: de verhouding binnen de markt tussen verschillende titels en/of aanbieders.
Mediabedrijven
Bedrijven die media-aanbod creëren en produceren. In de Mediamonitor hebben we speciale aandacht voor mediabedrijven die actief zijn op de Nederlandse mediamarkten.
Opiniemacht
Met opiniemacht kan het proces van opinievorming in het (politieke) publieke debat beïnvloed worden. In een geconcentreerde markt zou, in het geval van nieuw- en opinieaanbod, opiniemacht kunnen ontstaan bij aanbieders. Opiniemacht is niet alleen met marktaandelen te omschrijven, maar ook met aanvullende indicatoren die de impact van een mediabedrijf, mediamerk of platform in de informatievoorziening kunnen aanduiden.
Reclamebestedingen
Inkomsten uit advertenties en reclameboodschappen over de verschillende mediaplatforms. De netto mediabestedingen geven inzicht in geldstromen en in de waardering van adverteerders voor een bepaald medium. De netto mediabestedingen komen tot stand door onderzoek onder uitgevers en mediaexploitanten, die ten behoeve van het onderzoek opgave doen van de netto advertentieomzet in de media die zij exploiteren. Alleen het geld wat direct aan reclame wordt uitgegeven telt als reclamebesteding, niet de kosten voor de productie van bijvoorbeeld branded content of het inhuren van influencers.
Medialandschap
Het geheel van media-aanbieders en media-makers en hun onderlinge verhoudingen.
Mediamerk
Een titel, platform of zender waarmee een entiteit (bedrijf, organisatie, persoon, etc.) zich herkenbaar maakt en zich onderscheid van andere vergelijkbare producten, onafhankelijk van verschijningsvorm (online en offline).
Onafhankelijkheid media-aanbod
Het media-aanbod komt tot stand zonder inmenging van politiek of commercie.
Omzet
De omzetcijfers zijn afkomstig uit de geconsolideerde winst- en verliesrekeningen van de mediabedrijven. Het kan voorkomen dat de omzet uit een voorgaand jaar wordt gecorrigeerd in het jaarverslag van het huidige jaar. Meestal hebben dergelijke bijstellingen te maken met de aan- of verkoop van bedrijfsonderdelen. In de Mediamonitor worden doorgaans altijd de laatst bekende omzetcijfers weergegeven. Indien daarvan afgeweken wordt, wordt dit aangegeven. De rijksbijdrage voor de landelijke publieke omroep is gebaseerd op de budgetten in de jaarverslagen van de publieke omroep. Deze budgetten zijn vastgesteld in de mediabegrotingen van het ministerie van OCW.
Pluriformiteit
Pluriformiteit en diversiteit worden vaak inwisselbaar gebruikt. Zie hiervoor het begrip ‘diversiteit’.
Winst
Het verschil tussen de baten (netto-omzet) en lasten (kosten) van een onderneming. De winst is opgenomen om een indruk te geven van de opbrengsten uit ‘normale’ bedrijfsvoering. Ondernemingen kiezen er meestal voor de winst in de jaarverslaggeving uit te drukken als EBITA, een term die staat voor Earnings Before (deduction of) Interest, Tax and Amortisation, oftewel de winst vóór aftrek van belasting, rente en de afschrijving van (immateriële) activa als goodwill. Ook de maatstaf EBIT (Earnings Before Interest and Tax) wordt soms gehanteerd; hierbij zijn de afschrijvingen reeds in mindering gebracht. Omwille van de vergelijkbaarheid gebruikt de Mediamonitor waar mogelijk EBITA als maatstaf voor het bedrijfsresultaat. Als alleen EBIT bekend is, wat bij de meeste multinationals het geval is, wordt dit vermeld.