20 september 2021
Beleid nodig voor inhoud redactiestatuten
Redactiestatuten van media-instellingen verschillen sterk van elkaar. Omdat de Mediawet weinig eisen stelt, voldoen ze in de meeste gevallen toch aan de wet.
Dat constateert het Commissariaat voor de Media in een onderzoek naar het gebruik en de werking van redactiestatuten bij zowel publieke als commerciële media-instellingen (televisie, radio, en on demand media-aanbod). Het Commissariaat is echter van oordeel dat de redactiestatuten niet altijd voldoende waarborg bieden voor de onafhankelijkheid van het media-aanbod. Daarom gaat het Commissariaat beleid ontwikkelen voor de inhoud van redactiestatuten.
Onafhankelijkheid van media is van cruciaal belang voor onze democratie. De Mediawet borgt deze onafhankelijkheid. Het redactiestatuut is daarbij een belangrijk instrument. Daarom heeft het Commissariaat onderzoek gedaan naar de inhoud van de redactiestatuten. Uit het onderzoek komt een wisselend beeld naar voren. De meeste media-instellingen beschikken over een redactiestatuut en in een meerderheid van de statuten waren de medewerkers bij de totstandkoming betrokken. Daarmee wordt over het algemeen aan de twee wettelijke eisen voldaan.
Maar niet in alle 44 bestudeerde redactiestatuten van landelijke, regionale en lokale media-instellingen zijn journalistieke rechten en plichten van medewerkers echter vastgelegd. Ook waarborgt het statuut niet altijd de onafhankelijkheid en kwaliteit van het media-aanbod. Verder heeft het onderzoek laten zien dat omvang en inhoud van de redactiestatuten zeer uiteenlopen. Uit het onderzoek blijkt ook dat de lengte op zich al een goede indicator voor de mate van bescherming is. Met name de korte versies verdienen vaak niet de titel redactiestatuut, omdat daarin geen feitelijke bescherming van de redactie plaatsvindt.
Mediawettelijke eisen niet voldoende
Op grond van de Mediawet moeten publieke en commerciële media-instellingen (lineair en non-lineair) over een redactiestatuut beschikken. In het redactiestatuut moeten onder meer de journalistieke rechten en plichten van de medewerkers zijn vastgelegd. Ook moet het statuut de scheiding tussen redactie en commercie waarborgen en in overeenstemming met medewerkers tot stand zijn gekomen.
Toch laten de wettelijke bepalingen ruimte voor interpretatie. Er is bijvoorbeeld geen nadere duiding gegeven aan de wettelijke eisen of aan de manier waarop het Commissariaat hierop moet toetsen. De rol van het Commissariaat is bovendien beperkt tot de controle van de minimale wettelijke eisen, die voor een zeer diverse groep van media-instellingen gelden.
Uit consultatie van experts – die voorinzage kregen in het onderzoeksrapport – blijkt hun wens dat het Commissariaat in ieder geval de summiere mediawettelijke eisen handhaaft. Duidelijk moet zijn dat het statuut in samenwerking met de medewerkers tot stand is gekomen en dat op z’n minst moet worden verwezen naar waarborgen voor onafhankelijkheid. Ook gaat het Commissariaat met het ministerie in gesprek om duidelijke criteria in de Mediawet op te nemen om de onafhankelijkheid van het media-aanbod te beschermen. Tot het zover is, zal het Commissariaat samen met de sector aanbevelingen opstellen voor best practices.
Rapport Het redactiestatuut bij aanbieders van audiovisuele mediadiensten Een verkennende analyse