Regionale omroep

Het publieke media-aanbod op regionaal niveau wordt verzorgd door regionale omroepen. Het media-aanbod is dus bestemd voor en gericht op de inwoners van de provincie waarvoor de omroep is aangewezen.

Het Commissariaat voor de Media wijst per provincie maar één omroep aan. De wetgever heeft een uitzondering gemaakt voor de provincie Zuid-Holland: daar zijn twee regionale omroepen actief.

Voor de verzorging van het publieke media-aanbod in de Nederlandse provincies wijst het Commissariaat regionale media-instellingen (omroepen) aan. Vervolgens ziet het Commissariaat erop toe dat deze omroepen blijven voldoen aan de mediawettelijke voorschriften. Wie een regionale publieke omroep wil beginnen of de aanwijzing na vijf jaar wil verlengen, kan bij het Commissariaat voor de Media een vergunning aanvragen.

Voorwaarden

Volgens de Mediawet verzorgt de regionale omroep publieke mediadiensten op regionaal niveau. Het media-aanbod is dus bestemd voor en gericht op de inwoners van de provincie waarvoor de omroep is aangewezen. Het aanbod wordt verspreid via de kabel, de ether, de satelliet of een ander platform zoals internet.

Om voor een ‘aanwijzing’ (uitzendvergunning) in aanmerking te komen, moeten gegadigden onder meer:

  • statuten hebben die voldoen aan de Mediawet
  • een programmabeleidbepalend orgaan (pbo) hebben dat representatief is voor de belangrijkste stromingen die in de provincie voorkomen.

Als de omroep vervolgens gaat uitzenden, moeten het media-aanbod en de totstandkoming ervan aan wettelijke voorschriften voldoen. Deze voorschriften zijn gericht op de verankering van de instelling in de provincie, non-commercialiteit en financiële integriteit.

Een belangrijk uitgangspunt voor de wetgever is dat de omroep in de programmering voldoende aandacht schenkt aan het eigen verzorgingsgebied. Daarvoor hanteert de wet de ICE-norm. Deze norm bepaalt dat ten minste vijftig procent van de toetsingstijd een informatief, cultureel of educatief karakter moet hebben, gericht op de eigen provincie.

Jaarlijks stuurt de omroep zijn jaarrekening naar het Commissariaat. Onder meer aan de hand daarvan kijkt het Commissariaat (achteraf) naar de rechtmatigheid van de besteding van publieke middelen, non-commercialiteit van de omroep en transparantie van de financiële verantwoording.

In aanvulling op de jaarrekening vult de omroep de modellen in uit het  Financieel handboek voor de regionale publieke media-instellingen en de RPO (februari 2021).

Eén regionale omroep per (deel van) provincie

Een uitzendvergunning geldt voor een periode van vijf jaar. Een aanvraag voor een aansluitende periode moet zes maanden vóór het verlopen van het aanwijzingsbesluit worden ingediend.