Achtergrond en opzet

Met de Mediamonitor verricht het Commissariaat voor de Media jaarlijks onderzoek naar ontwikkelingen in de Nederlandse mediasector. Het Commissariaat kreeg deze taak in 2001 van het Ministerie van OCW. De taak is in de Mediawet vastgelegd en luidt als volgt:

Het Commissariaat is belast met het onderzoek naar ontwikkelingen ten aanzien van concentraties en financieel-economische omstandigheden op de nationale en internationale mediamarkten en de gevolgen daarvan voor de pluriformiteit en onafhankelijkheid van de informatievoorziening. Het Commissariaat rapporteert jaarlijks over zijn bevindingen aan Onze Minister. Het Commissariaat maakt zijn bevindingen openbaar, met uitzondering van gegevens die naar hun aard vertrouwelijk zijn. (Mediawet 2008 artikel 7.21).

In de Memorie van toelichting bij aanpassing van de Mediawet uit 2012 is het volgende toegevoegd over de Mediamonitor:

In de mediamonitor wordt aandacht besteed aan de ontwikkelingen op het terrein van de dagblad- en opiniepers, de positie van en de ontwikkelingen binnen de mediabedrijven en de marktaandelen van de dag- en opiniebladen, de televisie- en radiozenders en het internet. De mediamonitor biedt een samenhangend beeld van de ontwikkelingen op die markten in Nederland en plaatst deze in het licht van internationale ontwikkelingen en nationale en internationale regelgeving. Deze informatie is van belang voor de beleidsvorming en bevordering van de pluriformiteit in de informatievoorziening. (Memorie van toelichting op artikel 7.21, vergaderjaar 2011-2012)

Doel en onderzoeksvragen

Het doel van de Mediamonitor is om beleidsmakers op het gebied van (internationaal) mediabeleid te voorzien van informatie over ontwikkelingen in de mediasector en adviezen over de gevolgen voor de onafhankelijkheid en pluriformiteit van het media-aanbod.

Aan de hand van de volgende onderzoeksvragen krijgt de monitoring en het onderzoek in het kader van de Mediamonitor vorm:

  • Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van pluriformiteit van het media-aanbod in het algemeen en de informatievoorziening in het bijzonder?
  • Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van onafhankelijkheid van het media-aanbod in het algemeen en de informatievoorziening in het bijzonder?
  • Welke ontwikkelingen zijn er in de concentratie op de Nederlandse mediamarkten?
  • Welke ontwikkelingen zijn er in de financieel-economische omstandigheden van op Nederland gerichte mediabedrijven?
  • In hoeverre zijn de ontwikkelingen op het gebied van pluriformiteit en onafhankelijkheid van het media-aanbod een gevolg van de concentratie van de mediamarkten en van veranderende financieel-economische omstandigheden van mediabedrijven?

De ontwikkelingen op het gebied van het media-aanbod zijn onlosmakelijk verbonden met de ontwikkelingen op het gebied van mediagebruik. Om die reden is de probleemstelling door het Commissariaat aangevuld met de volgende onderzoeksvragen:

  • Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van het gebruik van het media-aanbod door Nederlandse burgers en het gebruik van informatievoorziening in het bijzonder?
  • Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van de pluriformiteit van het mediagebruik?

Aandachtsgebied Mediamonitor

De mediamarkten

Een relevante productmarkt omvat alle producten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling inwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd. Mediamarkten zijn traditioneel ingedeeld naar mediatypen, zoals dagbladen, radio en televisie. De digitale transformatie zorgt ervoor dat de grenzen tussen mediatypen vervagen en er sprake is van convergentie. Mediamakers, uitgevers en omroepen treden met elkaar online in concurrentie. Het platform waarop media-aanbod wordt aangeboden is steeds minder geschikt om een markt inhoudelijk af te bakenen. De WRR heeft een functionele benadering in plaats van een indeling naar mediatypes voorgesteld.

Media-aanbod en informatievoorziening

Het aandachtsgebied van de Mediamonitor omvat het op Nederland gerichte media-aanbod en de bedrijven, organisaties en personen die dit media-aanbod aanbieden of toegang geven tot dit media-aanbod. Binnen het media-aanbod hebben we speciale aandacht voor de informatievoorziening: het nieuws- en opinieaanbod dat Nederlandse burgers voorziet van informatie om in het democratische proces weloverwogen keuzes te kunnen maken. We hebben deze focus omdat de maatschappelijke risico’s voor pluriformiteit en onafhankelijkheid het grootst zijn binnen het nieuws- en opinieaanbod. We volgen hierbij de aanbevelingen die al in 2005 zijn gedaan door de WRR in hun rapport Focus op Functies, waarin wordt aangeraden in het mediabeleid naar de risico’s te kijken per functie in plaats van mediatype. Maar de WRR geeft aan dat ook bij ander media-aanbod, zoals kunst en cultuur, risico’s kunnen ontstaan. Daarom monitoren we het media-aanbod in het algemeen en de informatievoorziening in het bijzonder. We noemen deze markt de nieuws- en opiniemarkt.

Informatievoorziening zoasl nieuws- en opinie-aanbod zijn onderdeel van het hele media-aanbod

Nieuws is informatievoorziening die over actuele en relevante gebeurtenissen en ontwikkelingen informeert. Opinie en achtergrondinformatie geeft een verdieping op het nieuws. Nieuws- en opinieaanbod is thematisch breed, maar politieke berichtgeving is er een onderdeel van. Nieuws- en opinieaanbod heeft een rol in het vormen van de publieke opinie en draagt bij aan maatschappelijke discussies. Onder nieuws- en opinieaanbod vallen door redacties, journalisten of personen vervaardigd nieuws dat met regelmaat openbaar wordt gemaakt in de vorm van tekst, video, audio of een combinatie hiervan. Voorbeelden zijn journaals en actualiteitenprogramma’s op televisie- en radiozenders, artikelen in dagbladen, opiniebladen en op nieuwsites en -apps, podcasts en nieuwsvideo’s op sociale media en andere platforms.

Operationalisering

In de Mediamonitor brengen we de ontwikkelingen in kaart van de onafhankelijkheid en de pluriformiteit van het media-aanbod. Een divers media-aanbod weerspiegelt onafhankelijkheid. De onafhankelijkheid van het media-aanbod is een belangrijke randvoorwaarde voor pluriformiteit. Pluriformiteit van het mediasysteem valt uiteen in verschillende dimensies van diversiteit.

Wanneer er sprake is van een beperkt aantal aanbieders op de mediamarkten en dus een hoge aanbiedersconcentratie, wordt vanuit verschillende theorieën aangenomen dat dit betekent dat de diversiteit van het aanbod in het geding komt. Maar in crossmediale mediamarkten met een overvloed aan informatie is naast inzicht in de diversiteit van het aanbod en de aanbieders ook inzicht noodzakelijk in de diversiteit van het mediagebruik. In de wetenschap wordt in dit verband gesproken over ‘diversity as received’ en ‘exposure diversity’: het gaat er niet alleen om hoe divers het aanbod is, maar ook hoe divers het aanbod is dat de gebruiker tot zich neemt en hoe de gebruiker hiermee omgaat. Daarom monitoren we naast het media-aanbod ook het gebruik als een dimensie van diversiteit. Met onderstaand figuur wordt een operationalisering gegeven van deze twee dimensies van diversiteit. Daarna volgt een toelichting op de deelonderwerpen.

Twee kolommen met informatie: aan de ene kant staat pluriformiteit aan de aanbodkant uitgelegd en aan de andere kant pluriformiteit aan de gebruikerskant.

Aanbod

Diversiteit van aanbieders

In de analyse van de diversiteit van aanbieders wordt in kaart gebracht hoeveel en welke aanbieders van Nederlands of op Nederland gericht media-aanbod er zijn en welke mediamerken (en ook titels, platforms, etc.) zij aanbieden. Er is aandacht voor hoeveel zelfstandige redacties er zijn per aanbieder en de bezetting van redacties. Verder wordt er inzicht gegeven in de activiteiten van mediabedrijven en (publieke) mediaorganisaties op het gebied van samenwerkingen, allianties en (geplande) overnames en fusies. We kijken naar aanbieders van zowel landelijke als regionale media. Ook zijn activiteiten op het gebied van technologische innovatie van belang om te volgen, met name die een impact kunnen hebben op de diversiteit van het media-aanbod. Tot slot zijn activiteiten van nieuwe en sterk groeiende mediabedrijven en spelers op de Nederlandse mediamarkten van belang om te volgen.

Economische- en opiniemacht

Eén van de uitgangspunten van diverse mediamarkten is dat concurrentie tussen meerdere aanbieders tot een divers media-aanbod zal leiden en dat aanbiedersconcentratie tot economische macht kan leiden. Om economische macht aan te duiden kunnen marktaandelen gehanteerd worden op basis van mediagebruik. De aanbieder met het grootste marktaandeel binnen een traditionele mediamarkt of een functionele mediamarkt zoals de nieuws- en opiniemarkt heeft de grootste economische macht.

Met opiniemacht kan het proces van opinievorming in het (politieke) publieke debat beïnvloed worden. In een geconcentreerde markt zou, in het geval van nieuws- en opinieaanbod, opiniemacht kunnen ontstaan bij aanbieders. Opiniemacht is niet alleen met marktaandelen te omschrijven, maar ook met aanvullende indicatoren die de impact van een mediabedrijf, mediamerk of platform in de informatievoorziening kunnen aanduiden. In verschillende Europese landen wordt opiniemacht berekend met een rekenmodel.

Financieel-economische omstandigheden van aanbieders

Uit de financieel-economische omstandigheden blijkt de financiële gezondheid van media-aanbieders en de mogelijkheden om media-aanbod te ontwikkelen. Inzichten in opbrengsten en financieringsmodellen, zoals de verhouding reclame- en abonnementsinkomsten, of overheidsfinanciering in het geval van publieke mediadiensten, zijn in dit kader belangrijk. Als onderdeel hiervan monitoren we ook de ontwikkeling van de reclamemarkt.

Eigendomsverhoudingen van aanbieders

Om diversiteit van het aanbod te kunnen bepalen is inzicht nodig in de eigendomsverhoudingen van aanbieders en de structuur van eigendom en zeggenschap op de mediamarkten.

Redactionele onafhankelijkheid

Naast de hoeveelheid zelfstandige redacties, geven we inzicht in de redactionele onafhankelijkheid van het media-aanbod. Voor een divers media-aanbod is het noodzakelijk dat redacties zelfstandig kunnen beslissen over de inhoud van een titel, zender of platform en dat media-aanbod onafhankelijk van politieke en commerciële invloeden tot stand komt. Redactionele onafhankelijkheid is een randvoorwaarde voor een divers media-aanbod. Redacties definiëren we hierbij in de breedste zin van het woord. We kijken naar mediamakers in het algemeen (content creators, journalisten en andere mediaprofessionals) die alleen of gezamenlijk, al dan niet in de vorm van een redactie, werken. We monitoren de onafhankelijkheid van mediamakers en we kijken naar welke veranderingen in de markt en technologische innovaties een effect hebben op hoe mediamakers media-aanbod creëren en produceren. Dit doen we onder andere door de aanwezigheid en naleving te onderzoeken van redactiestatuten of (gedrags)codes, die redactionele onafhankelijkheid van mediamakers waarborgen.

Diversiteit van de inhoud van het media-aanbod

In het algemeen wordt gesteld dat hoe groter de diversiteit in invalshoeken in het media-aanbod, hoe beter burgers in staat zijn om deel te kunnen nemen aan het publieke debat. Een mogelijkheid om de mate van diversiteit van het media-aanbod te belichten, is door te kijken naar de omvang en verscheidenheid van het aanbod. Hierin is bijvoorbeeld de overlap in media-aanbod tussen mediamerken, al dan niet binnen één aanbieder, belangrijk. Er zou een grote verscheidenheid moeten bestaan in de onderwerpen en invalshoeken die worden belicht. Aan de andere kant kunnen we inzicht geven in de diversiteit van actoren die opgevoerd worden in het media-aanbod en de informatievoorziening. Bijvoorbeeld de afspiegeling van de diversiteit van de bevolking in het media-aanbod is hierin belangrijk. Dit kan bijvoorbeeld gaan om de representatie van gemarginaliseerde groepen in het media-aanbod.

Gebruik

Diversiteit van het mediagebruik

Het publiek besluit welk media-aanbod men wil kijken, luisteren of lezen en in hoeverre men zich blootstelt aan verschillende invalshoeken. Belangrijk is daarom om de diversiteit van het mediagebruik te monitoren. We kijken onder andere naar hoeveel merken, titels of platforms worden gebruikt en hoe divers dit mediagebruik is.

Ontwikkelingen in mediagebruik

We brengen de ontwikkelingen op het gebied van mediagebruik in kaart. Dit doen we onder andere door inzicht te geven in de ontwikkeling van het (dagelijkse) gebruik van media, de (dagelijkse) tijdsbesteding aan media en de manier waarop men toegang heeft tot media. We kijken naar het gebruik van media-aanbod in het algemeen en naar het gebruik van nieuws- en opinie aanbod in het bijzonder. Hierbij hebben we aandacht voor verschillen tussen doelgroepen, onder andere voor de verschillen tussen leeftijdsgroepen.

Aanvullend geven we inzicht in de merken, titels, programma’s en platforms die een rol spelen in de informatievoorziening. Zo geven we aan welke merken, titels, programma’s en platforms dominant zijn in het (dagelijkse) gebruik, of ze naast elkaar worden gebruikt en in hoeverre ze elkaar vervangen.

Vertrouwen in media

De manier waarop men omgaat met de aangeboden informatie bepaalt hoe divers het mediamenu is. Inzichten zijn daarom ook nodig in vertrouwen in media en de motivatie om media te gebruiken. Dit kan bepaald worden door te kijken naar de bekendheid met en mening over bijvoorbeeld journalistieke kernwaarden en de beoordeling van betrouwbaarheid, kwaliteit en onafhankelijkheid van het media-aanbod.

Gepersonaliseerde interactie met media

In een online omgeving speelt technologische innovatie een steeds grotere rol in de blootstelling aan media-aanbod, zoals in het geval van algoritmische aanbevelingssystemen. Mediagebruik wordt meer en meer gepersonaliseerd, de grenzen tussen professioneel en interpersoonlijke informatie vervagen en mediagebruik is steeds meer een individuele ervaring. Aanbieders kunnen steeds beter rekening houden met de wensen van gebruikers. Dit kan een impact hebben op de blootstelling aan media-aanbod en de diversiteit van het mediagebruik. In de meest recente literatuur over media diversiteit wordt dan ook benadrukt dat meer aandacht moet komen voor hoe mediagebruikers media diversiteit ervaren in het gepersonaliseerde mediadomein. In het overzichtsartikel The Unified Framework of Media Diversity wordt in relatie tot nieuwsgebruik hierover het volgende gezegd: “[…] with many news consumers browsing many different news sources in a context of strong competition for attention, there is an important difference between what news one is exposed to (e.g., what actually appears on the screen, personalized exposure) and what news one consumes (what one clicks on and reads and processes, individual media diet). […] To analyze diversity on an aggregate level we need to move beyond measuring audience shares, but develop measures that can illustrate how diverse media diets are on aggregate, combined with meaningful indicators of the fragmentation of the audience landscape.”