17 april 2023
Afwijzing handhavingsverzoek NPO m.b.t. Ongehoord Nederland
Het Commissariaat voor de Media wijst het verzoek van de NPO af om handhavend op te treden tegen Ongehoord Nederland in verband met de uitzendingen van Ongehoord Nieuws van 10 mei 2022 en 15 september 2022.
De NPO vroeg het Commissariaat om op drie punten handhavend op te treden of onderzoek te doen naar vermeende overtredingen, te weten: niet voldoen aan de journalistieke kwaliteitseisen, haatzaaien en verkapte zendtijd voor politieke partijen in het media-aanbod.
Handhaving nu niet passend en onevenredig
Het Commissariaat heeft het verzoek op verschillende gronden afgewezen:
Wat betreft de plicht te voldoen aan journalistieke kwaliteitseisen heeft de NPO haar wettelijke taak ingevuld met het opleggen van twee sancties en een voornemen tot een derde sanctie. Extra maatregelen door het Commissariaat acht het Commissariaat niet passend en ook onevenredig.
Daartoe is van belang dat als het Commissariaat handhavend zou optreden ten aanzien van de naleving van journalistieke kwaliteitseisen, moeilijk is te bepalen hoe exact de overtreding kan worden beëindigd. Het Commissariaat meent verder dat handhavend optreden door het opleggen van een boete in dit geval onevenredig is, nu voor dezelfde gestelde gedragingen al sanctiebesluiten en een sanctievoornemen zijn opgelegd door de NPO. In dit geval is de NPO vanuit haar wettelijke taak ook als eerste aan zet om Ongehoord Nederland aan te spreken op de naleving van (o.a.) de journalistieke kwaliteitseisen.
Het wetsartikel waar de NPO naar verwijst wat betreft haatzaaien heeft betrekking op de verplichting van omroepen om passende maatregelen te nemen die het doen van bepaalde strafbare uitingen moeten voorkomen. Het artikel is niet gericht op de inhoudelijke beoordeling van programma’s. Beantwoording van de vraag of bij een programma sprake is van media-aanbod dat aanzet tot geweld of haat, is voorbehouden aan de strafrechter en daarmee in eerste instantie aan het Openbaar Ministerie. Daarom wijst het Commissariaat het handhavingsverzoek ook op dit punt af.
Of er sprake is van politieke beïnvloeding van het media-aanbod valt binnen de eerdergenoemde beoordeling van de journalistieke kwaliteit van het media-aanbod.
Nadere toelichting:
Verschillende verantwoordelijkheden
De bij het publieke omroepbestel betrokken partijen, waaronder de NPO en het Commissariaat voor de Media, hebben als gemeenschappelijke deler bij te dragen aan een goed functionerend publiek bestel.
De NPO en de omroepen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de publieke mediaopdracht. Dit omvat onder andere de verzorging en verspreiding van publiek media-aanbod dat voldoet aan de eisen uit de Mediawet.
Het Commissariaat voor de Media houdt toezicht op de naleving van de Mediawet door – in dit geval – de landelijke omroepen en de NPO. Daar waar de NPO een wettelijke taakopdracht heeft, stelt het Commissariaat zich in eerste instantie terughoudend op, opdat de NPO uitvoering kan geven aan haar taak als sturings- en samenwerkingsorgaan. Het Commissariaat ziet daar op toe.
Als het Commissariaat van mening is dat de NPO de uitvoering van haar wettelijke taken niet of onvoldoende ter hand neemt, kan hij de NPO daarop aanspreken.
Voorkomen van parallelle procedures over dezelfde gestelde overtreding
Het Commissariaat constateert dat de NPO vanuit haar bevoegdheden aan Ongehoord Nederland twee bestuurlijke sancties heeft opgelegd en een voornemen heeft uitgebracht tot het opleggen van een derde sanctie. De sancties hebben betrekking op de verplichting voor omroepen tot naleving van de journalistieke kwaliteitseisen. Het verzoek om handhaving heeft betrekking op ditzelfde onderwerp. Wanneer gehoor zou worden gegeven aan het handhavingsverzoek, zou Ongehoord Nederland zich bij verschillende instanties voor dezelfde gestelde overtreding moeten verweren. Dit vindt het Commissariaat onwenselijk, gelet op het evenredigheidsbeginsel en de bijzondere eisen die voortvloeien uit artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Verzoek te weinig concreet
Bij het verzoek om handhaving van oneigenlijke zendtijd van politieke partijen is naar het oordeel van het Commissariaat onvoldoende concreet gemaakt op basis waarvan het Commissariaat in dit geval handhavend zou moeten optreden. Ook is geen onderbouwing gegeven op basis van welke omstandigheden in genoemde de uitzendingen sprake zou zijn van overtreding(en). Nadere toelichting door de NPO op dit deel van het verzoek maakte duidelijk dat de NPO stelt dat het om politieke beïnvloeding van het media-aanbod gaat. Een overtreding op die grondslag raakt daarmee aan de journalistieke kwaliteit en de onafhankelijkheid van het media-aanbod. Handhavend optreden door het Commissariaat in dat verband zou, zoals hiervoor al genoemd, onevenredig zijn vanwege de bestuurlijke sancties die de NPO hiervoor zelf reeds heeft opgelegd en voornemens is op te leggen.
Beoordeling haatzaaien is aan de strafrechter
Ook het verzoek van de NPO om handhavend op te treden vanwege vermeend haatzaaien is door het Commissariaat voor de Media afgewezen. Het betreffende wetsartikel schrijft voor dat een publieke media-instelling passende maatregelen neemt om te voorkomen dat haar media-aanbod aanzet tot geweld of haat. Deze bepaling ziet op het tot stand brengen van maatregelen die het doen van bepaalde strafbare uitingen moeten voorkomen. Deze maatregelen hebben een preventief karakter. Deze bepaling leent zich naar het oordeel van het Commissariaat niet om op programmaniveau inhoudelijk te toetsen. De beoordeling van de vraag of sprake is van media-aanbod dat aanzet tot geweld of haat is voorbehouden aan de strafrechter (en daarmee in eerste instantie aan het Openbaar Ministerie), aangezien het hier gaat om de kwalificatie van strafrechtelijke begrippen.
Terughoudend in inzicht geven in werkwijze
Het Commissariaat voor de Media volgt het debat (binnen het publieke omroepbestel, de politiek en de samenleving) waar het gaat over onafhankelijkheid, pluriformiteit en toegankelijkheid van het media-aanbod van de publieke omroep en de informatievrijheid met een open maar scherpe blik. Het volgt de activiteiten van onder toezicht gestelden risicogestuurd en op basis van signalen. De focus ligt op systeemgericht toezicht, waarbij gekeken wordt hoe naleving van de wetsregels wordt geborgd in processen en protocollen. Per situatie wordt gewogen of en zo ja, welke actie ondernomen wordt. Die acties kunnen verschillende vormen hebben, zoals het aangaan van gesprekken met een onder toezicht gestelde, het uitvoeren van onderzoek of het opleggen van een boete. Omdat het delen van informatie over (voorgenomen) toezichtacties de effectiviteit van de actie en het functioneren van het Commissariaat negatief kunnen beïnvloeden, is het Commissariaat terughoudend in mededelingen daarover.