Opiniestuk voorzitter Amma Asante: ‘Big Tech aan banden’

De combinatie van geld, politieke macht en razendsnelle technologische ontwikkelingen geeft digitale platforms een nog grotere voorsprong op de traditionele media dan ze al hadden. Dat maakt de Nederlandse media kwetsbaar. Dit vraagt om versterking van de publieke media. En om regelgeving en toezicht voor een robuuste digitale nieuwsvoorziening, met name vanuit Europa.  

Traditionele media verliezen steeds meer gebruikers – en dus ook advertentie-inkomsten – aan sociale media. Internationale platforms domineren de advertentiemarkt: bijna 80% van de digitale reclame-inkomsten gaat naar spelers als Google en Meta. Deze ontwikkeling zet de Nederlandse mediamarkten steeds meer onder druk. Er is ook sprake van een dalende consumptie van nieuws via traditionele media, vooral onder jongeren tussen 18 en 34 jaar. Voor hen vormen sociale media de belangrijkste nieuwsbron: Instagram, YouTube en TikTok. Dan volgen nieuwswebsites en daarna de televisie. Voor 35- tot 54-jarigen zijn dit eerst nieuwswebsites, dan televisie en dan sociale media. Voor de 55-plussers vormt televisie de belangrijkste nieuwsbron, gevolgd door nieuwswebsites en dan printmedia.

Ook digitale media moeten zich kunnen verantwoorden
Door het toenemend gebruik van sociale media komen mediagebruikers steeds minder in aanraking met nieuws dat op basis van journalistieke kwaliteitseisen tot stand is gekomen. En waarvan de makers ter verantwoording kunnen worden geroepen. In een onlangs verschenen rapport stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) terecht de randvoorwaarde dat media als machtsfactor ter verantwoording moeten kunnen worden geroepen: ‘Media controleren ook de macht en kunnen de democratie ondersteunen, maar evenzogoed ondermijnen of ontwrichten. Door bijvoorbeeld eenzijdig gekleurde of onware informatie te verspreiden. Voorwaardelijk aan ondersteuning van de democratie is dat media ook zelf als machtsfactor in de samenleving ter verantwoording geroepen kunnen worden.’

Onlangs sprak de Duitse wetenschapper Martin Andree, auteur van het boek ‘Big Tech must go’, in Amsterdam. Op basis van zijn onderzoek gaf hij aan dat als er niets gebeurt aan de monopoliepositie van de Big Tech, er over vijf jaar geen kranten, televisie en radio meer zullen bestaan. De wereld zou daarmee volledig afhankelijk worden van de digitale platforms voor informatie en nieuwsvoorziening. Hij stelt dat de zes grote digitale platforms te vergelijken zijn met uitgevers van kranten, bestaande uit redacties die de verspreiding van informatie en nieuws faciliteren en daarmee bijdragen aan de meningsvorming van gebruikers. Kranten dragen terecht redactionele verantwoordelijkheid voor hun aanbod. Daarom is het niet meer dan logisch dat ook de digitale platforms ter verantwoording moeten kunnen worden geroepen. Door de vertegenwoordiger van Google die deelnam aan het discussiepanel, werd deze stelling met kracht verworpen. En dat maakt het probleem pijnlijk zichtbaar.

Betrouwbare nieuwsvoorziening  
Waar in 2018 nog 30 procent van de Nederlanders aangaf zich zorgen te maken over wat er echt en niet echt is op internet, is dat inmiddels 44 procent. Toenemende zorgen om desinformatie en wantrouwen in het online nieuws kunnen leiden tot wantrouwen in ál het nieuws. Hierdoor kunnen ook de nieuwsmerken hun imago verliezen als betrouwbare bron. Het is daarom noodzakelijk dat journalistieke nieuwsmerken op sociale media aanwezig zijn. Ook moet helder zijn hoe het nieuws tot stand is gekomen en dat het nieuws aan hoge journalistieke normen voldoet.

Onlangs kondigden hoofdredacteuren van de publieke omroepen al aan dat ze hun krachten bundelen om de betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van het nieuwsaanbod te borgen. Aangevuld met goed publiek toezicht komt dit de betrouwbaarheid van het aanbod alleen maar ten goede. Dit is een goed begin, maar er is meer nodig om de publieke media te versterken. Het gaat ook om de aanpak van grensoverschrijdend gedrag, de verbetering van de bestuurbaarheid van het publieke bestel, het behoud van een pluriform aanbod en de verbinding naar de jeugd.

Daarnaast hebben we ook de commerciële nieuwsaanbieders en kranten nodig, die op hun beurt ook afhankelijk zijn van adverteerders voor hun inkomsten, terwijl internationale platforms de advertentiemarkt domineren.

Niet voor niets is een robuuste nieuwsvoorziening één van de focusthema’s van het Commissariaat in de komende jaren. We zetten ons bijvoorbeeld in voor algoritmes die pluriform media-aanbod mogelijk maken.

Reguleer de digitale platforms 
De media die ons voorzien van betrouwbaar en onafhankelijk media-aanbod staan onder druk. Hiermee komt een gemeenschappelijke basis aan feiten, die ons helpt de wereld om ons heen beter te begrijpen, in het gedrang. Deze basis is nodig voor de vorming van een eigen mening en om in gesprek te gaan met mensen die anders zijn en denken dan wij. De opkomst van de digitale platforms, die grotendeels de plek hebben ingenomen van traditionele nieuwsmedia, zet deze basis onder druk. Dit vraagt om wetgeving, regulering en waar nodig handhaving. De digitale platforms moeten niet het nieuwe Wilde Westen worden, waar andere normen gelden dan in de rest van onze samenleving.

Amma Asante
voorzitter Commissariaat voor de Media