Over het Commissariaat
Het Commissariaat is de onafhankelijke toezichthouder op audiovisuele media en adviseert de bewindspersoon van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het Commissariaat voor de Media houdt toezicht op de naleving van de Mediawet en de Wet op de vaste boekenprijs.
Het toezicht betreft de in Nederland gevestigde:
- publieke mediadiensten (landelijke, regionale en lokale radio en televisie)
- commerciële mediadiensten, zoals NET5, SBS6, Veronica, Discovery en Disney
- videodiensten op aanvraag, zoals Netflix en video-uploaders op video sharing platforms
- video sharing platforms zoals Snapchat
- Nederlandse boekuitgaven
Met ons werk bevorderen we betrouwbaar en pluriform media-aanbod voor iedereen. Als onafhankelijk toezichthouder op de mediasector richten we ons op de grootste risico’s voor de publieke belangen die de Mediawet beoogt te beschermen. Voorop staat het publieke belang dat media hun democratische functies kunnen vervullen: media informeren, duiden en vertalen complexe informatie om burgers te helpen bij het vormen van een mening. Media controleren de macht en bieden ruimte voor het maatschappelijke debat. Dit kan alleen als het mediasysteem onafhankelijk, pluriform, betrouwbaar en toegankelijk is. Hieraan leveren we als toezichthouder op de audiovisuele mediasector een belangrijke bijdrage.
Toezicht op naleving van de Mediawet
Het Commissariaat voor de Media is opgericht op 1 januari 1988, tegelijk met de invoering van de Mediawet. Als zelfstandig bestuursorgaan staat het Commissariaat tussen politiek en media-instellingen.
Media zoals radio en televisie spelen een belangrijke rol bij het informeren van de samenleving. De onafhankelijkheid, kwaliteit en diversiteit van die informatievoorziening zijn dan ook wettelijk beschermd, onder meer in de Mediawet en het Mediabesluit. Het Commissariaat voor de Media ziet er op toe dat deze regelgeving wordt nageleefd. Daarbij richt het Commissariaat zich op eerlijke verhoudingen tussen publieke en commerciële media-instellingen en transparante eigendomsverhoudingen in de mediasector.
Zelfstandig bestuursorgaan
Het Commissariaat voor de Media neemt zijn besluiten onafhankelijk van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het Commissariaat wordt gefinancierd uit de Mediabegroting en uit de toezichtskosten die commerciële media-instellingen verschuldigd zijn.
Toezicht op maat
Om de navolging van de Mediawet te controleren en waar nodig af te dwingen, beschikt het Commissariaat over een breed palet aan toezichts- en handhavingsinstrumenten. Met ‘toezicht op maat’ kiest het Commissariaat per geval de meest geschikte benadering. Dat kan een individueel gesprek zijn of een boete en alles wat zich tussen deze uitersten bevindt. Daarnaast licht het Commissariaat de omroepen stelselmatig voor over beleid, beleidsregels en overige mediawettelijke verplichtingen. Via consultaties, expertmeetings, presentaties en brochures ontvangen de omroepen uitgebreide informatie. Dat maakt het voor hen gemakkelijker zich de normen van de Mediawet eigen te maken en overtredingen te vermijden. Deze aanpak komt neer op toezicht en handhaving met als uitgangspunt: zacht als het kan, hard als het moet.
Gelijk speelveld
De ‘Europese richtlijn audiovisuele mediadiensten’ schrijft voor dat publieke en commerciële zenders niet meer dan twaalf minuten reclame per uur mogen uitzenden. Door de intensieve controle die het Commissariaat uitvoert op de naleving van deze richtlijn, houden de op Nederland gerichte landelijke omroepen zich aan de maximale reclamezendtijd. Daardoor bestaat een gelijk speelveld voor alle omroepen.
Het bevorderen van een gelijk speelveld is een van de prioriteiten van het Commissariaat. Vele ontwikkelingen maken dat noodzakelijk. Zo is er de convergentie van media die ertoe leidt dat steeds meer vergelijkbaar media-aanbod op verschillende platforms met verschillende regelgeving beschikbaar is. Daarnaast is internationalisering een oprukkende tendens. Deze brengt met zich mee dat voor vergelijkbaar media-aanbod afwijkende toezichtregimes van toepassing kunnen zijn.
Zonder adequaat toezicht zouden deze ontwikkelingen de concurrentieverhoudingen, en dus het gelijke speelveld, verstoren.