Veelgestelde vragen toezicht op rapport Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen
Waarom is het rapport van de OGCO relevant voor het toezicht van het Commissariaat?
Op 1 februari 2024 bracht de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen (OGCO) haar rapport uit over grensoverschrijdend gedrag bij landelijke publieke omroepen (hierna: de omroepen). Het rapport laat zien dat het probleem van grensoverschrijdend gedrag breed speelt binnen de sector en grote gevolgen heeft voor zowel de individuele medewerkers als voor de organisaties zelf. De publicatie heeft ook zichtbaar gemaakt hoe grensoverschrijdend gedrag en een onveilige cultuur gevolgen heeft voor de journalistieke kwaliteit, creativiteit en onafhankelijkheid. Grensoverschrijdend gedrag is bovendien schadelijk voor het vertrouwen van de maatschappij in publieke media-instellingen. De constateringen van de OGCO raken daarmee rechtstreeks aan het publieke belang waar het Commissariaat toezicht op houdt: het uitvoeren van de publieke mediaopdracht door publieke media-instellingen.
Wat doet het Commissariaat met de uitkomsten van de OGCO?
De omroepen zijn wettelijk verplicht zorg te dragen voor een organisatiecultuur die bijdraagt aan het vervullen van de publieke media-opdracht. Het is dus in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van besturen en Raden van Toezicht van de omroepen om te zorgen voor opvolging van het OGCO-rapport en zorg te dragen voor een veilige organisatiecultuur met de juiste governance en checks and balances. Het Commissariaat zal gezien zijn rol en zijn wettelijke taak (risico-gestuurd) toezien op de vervolgstappen die partijen in dit kader (gaan) zetten.
Op 27 maart 2024 publiceerde de NPO een overkoepelend plan van aanpak (“Overkoepelend plan van aanpak sociale veiligheid publieke omroep, naar een andere omgangscultuur”). In de brief die op 20 februari j.l. aan de NPO en alle individuele omroepen is verzonden, heeft het Commissariaat uiteengezet wat hij op korte termijn van hen verwacht, in het bijzonder de oplevering van individuele plannen van aanpak op 1 mei 2024. Het Commissariaat ziet er vervolgens kritisch op toe dat deze plannen van aanpak van voldoende kwaliteit zijn en dat deze op gedegen wijze worden uitgevoerd.
Met zijn toezicht beoogt het Commissariaat allereerst partijen te stimuleren de benodigde stappen te zetten en daarvoor de benodigde kaders en handvatten te bieden. Tegelijkertijd is het belangrijk dat op een zoveel mogelijk consistente wijze de kwaliteit van de (individuele) aanpak wordt bewaakt. Als zou blijken dat individuele partijen om wat voor reden dan ook onvoldoende dan wel niet adequaat genoeg aan de slag gaan om risico’s te verminderen, is het uiteindelijk in het belang van deze omroepen, de individuele medewerkers en de sector als geheel dat zij daar op worden gewezen door een onafhankelijke partij. Als onafhankelijk toezichthouder vervult het Commissariaat deze (kwaliteitsbewakende) rol. We stellen in dat kader vragen (mondeling en schriftelijk) en gaan toezichtgesprekken aan, waarin we onze standpunten/ zorgen en eventuele verwachtingen kenbaar maken. Ook zal het Commissariaat (op deelonderwerpen) door middel van toezichtonderzoek de effectiviteit van genomen maatregelen toetsen.
Het Commissariaat hecht, zeker gezien het onderwerp, sterk aan een constructieve dialoog met partijen over dit onderwerp. Echter, wanneer deze dialoog om wat voor reden dan ook onvoldoende resultaat biedt, kan het Commissariaat andere toezichtinstrumenten zoals handhaving overwegen.
Het Commissariaat werkt – zoals ook uiteengezet in haar toezichtaanpak – risicogestuurd omdat zijn toezichtcapaciteit beperkt is. In de prioritering van zijn toezicht zal het Commissariaat bijvoorbeeld rekening houden met de activiteiten van de omroep, de ernst van signalen, de manier waarop is omgegaan met signalen en de kwaliteit van het plan van aanpak.
Wat verwacht het Commissariaat terug te zien in de individuele plannen van aanpak?
Het Commissariaat heeft op 20 februari jl. aan de NPO en de publieke omroepen laten weten welke zaken hij verwacht terug te zien in de individuele plannen van aanpak: zie Nieuwsbericht.
reflectie, reparatie en risico-analyse en verandervermogen
Reflectie: Besturen en Raden van Toezicht moeten hun eigen functioneren en specifiek het leiderschap in de eigen organisatie (in alle geledingen) evalueren of laten evalueren. Een van de centrale vragen dient te zijn in hoeverre er binnen de organisatie nog voldoende draagvlak is voor het huidige leiderschap. De OGCO stelt immers dat het tekortschieten van leiderschap een belangrijke reden is geweest voor het ontstaan en voortduren van grensoverschrijdend gedrag. Daarbij zal de Raad van Toezicht moeten beoordelen welk leiderschap nodig is voor de cultuuromslag, of zittende bestuurders in staat zijn om de cultuuromslag te leiden en wat er nodig om het vertrouwen in het toezicht van de RvT zelf te herstellen. Daarbij zal ook kritisch moeten worden gekeken naar de huidige governance: is daarin voldoende sprake van checks and balances en zijn de randvoorwaarden voor tegenspraak binnen die governance voldoende aanwezig. Daarbij moeten besturen en Raden van Toezicht kritisch kijken naar hoe ze zijn omgegaan met meldingen en signalen en de vraag beantwoorden waarom niet adequaat op deze signalen is gereageerd.
Reparatie: De OGCO zegt terecht dat verbeteringen voor de toekomst niet kunnen worden ingezet zonder recht aan het verleden te doen. De NPO en de publieke omroepen moeten opnieuw bekijken of meldingen en klachten goed zijn afgehandeld. Waar daar aanleiding toe is moet alsnog met (oud-) medewerkers het gesprek worden aangegaan. Uiteraard zal ervoor gezorgd moeten worden dat dit gesprek in een voor de betrokken persoon veilige omgeving plaatsvindt. In het Overkoepelend PvA kondigt de NPO daarnaast de installatie van een Commissie Nazorg aan.
Risico-analyse: Een goed plan van aanpak begint met het begrijpen en inzichtelijk maken op welke terreinen de eigen omroeporganisatie kwetsbaar is voor grensoverschrijdend gedrag. Dat betekent dat elk plan van aanpak gebaseerd moet zijn op een goede risico-analyse. Besturen en Raden van Toezicht moeten zich daarbij bijvoorbeeld vragen stellen als:
- Welke risicofactoren in de organisatie kunnen leiden tot grensoverschrijdend gedrag?
- Waar in de organisatie lopen we mogelijke risico’s? In welke specifieke redacties, afdelingen of programma’s zien we risicofactoren?
- In hoeverre worden risico’s op dit moment voldoende beheerst? Hoe kunnen we dat vaststellen?
- Ten slotte zal ook kritisch moeten worden gekeken naar de huidige governance: is daarin voldoende sprake van checks and balances en zijn de randvoorwaarden voor tegenspraak binnen die governance voldoende aanwezig.
In het plan van aanpak verwacht het Commissariaat ook dat duidelijk wordt gemaakt welke maatregelen aan de geconstateerde risico’s worden verbonden.
Verandervermogen: Ten slotte dienen besturen en Raden van Toezicht zich ten aanzien van de benodigde cultuuromslag vragen te stellen over het verandervermogen in de organisatie. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om vragen als:
- is er voldoende veranderkracht binnen de organisatie en voldoende veranderkundige expertise?
- wat is er nodig om te zorgen dat het leiderschap zijn rol kan spelen in de cultuuromslag?
- hoe evalueren we tussentijds of de veranderaanpak succesvol is en of we voldoende resultaat boeken?
- hoe betrekken we medewerkers bij de verandering en hoe toetsen we of zij voldoende van de verandering merken?
Gaat het Commissariaat rapporteren over de uitkomsten van het toezicht?
Het Commissariaat zal niet op het niveau van individuele publieke media-omroepen rapporteren over bijvoorbeeld de voortgang of ontwikkelingen die zij al dan niet doormaken op het gebied van hun cultuur(aanpak). Indien daar aanleiding toe is kan het Commissariaat mogelijk wel generieke observaties delen over de voortgang en/of aandachtspunten die zij voor de sector ziet.
Wat doet het Commissariaat als individuele omroepen onvoldoende voortgang boeken?
Het Commissariaat zal in haar toezicht zo nodig alle instrumenten inzetten die hem ter beschikking staan, inclusief mogelijke handhaving conform het Handhavingsbeleid (zie ook de Toezichtaanpak). Om te beginnen heeft het Commissariaat de NPO en alle publieke omroepen gevraagd voor 1 mei 2024 hun plan van aanpak bij het Commissariaat in te leveren zodat het Commissariaat deze kan analyseren. Zo nodig vinden overleggen plaats met het bestuur en de Raad van Toezicht. Het monitoren van de voortgang van het Overkoepelend Plan van Aanpak is primair belegd bij de NPO.
Wanneer onvoldoende voortgang wordt geboekt zal het Commissariaat de omroep of de NPO vragen om een analyse waarom concrete resultaten achterblijven en verzoeken herstelmaatregelen te intensiveren.