Quotabepalingen

Aanbieders van mediadiensten moeten bij het samenstellen van hun media-aanbod voldoen aan een aantal quotabepalingen.

Dit geldt voor de landelijke en regionale publieke media-instellingen en de commerciële media-instellingen, en zowel voor hun omroepdiensten als hun mediadiensten op aanvraag.

De Mediawet 2008 heeft per televisieprogrammakanaal voorschriften voor Europese quota, Nederlands- en Friestalige quota en ondertitelingsquota. Voor (commerciële) mediadiensten op aanvraag gelden alleen voorschriften voor Europese quota. De voorschriften verschillen per type mediadienst.

Doel

De eisen aan het media-aanbod die betrekking hebben op de quota, moeten zorgen voor:

  • de bevordering van de Europese cultuur;
  • de bevordering van media-aanbod gemaakt door onafhankelijke producenten;
  • de bevordering van de Nederlandse of Friese taal;
  • de bevordering van de toegang voor mensen met auditieve beperkingen.

We onderscheiden tien categorieën mediadiensten met elk hun eigen verplichtingen:

  1. landelijke publieke mediadienst: televisieprogrammakanalen (NPO 1, 2 en 3, overige aanbodkanalen);
  2. landelijke publiek media-aanbod op aanvraag: aanbodkanalen (NPO Start, NPO Plus, alle overige aanbodkanalen waaronder sociale media);
  3. regionale mediadiensten: alle televisieprogrammakanalen;
  4. regionaal media-aanbod op aanvraag: alle aanbodkanalen waaronder sociale media;
  5. commerciële mediadiensten: televisieprogrammakanalen met minder dan of gelijk aan 0.3% marktaandeel en minder dan of gelijk aan 75% bereik;
  6. commerciële mediadiensten: televisieprogrammakanalen met minder dan of gelijk aan 0.3% marktaandeel maar met gelijk aan of meer dan 75% bereik;
  7. commerciële mediadiensten: televisieprogrammakanalen met een marktaandeel gelijk aan of meer dan 0.3%, maar met minder dan of gelijk aan 75% bereik;
  8. commerciële mediadiensten: televisieprogrammakanalen met gelijk aan of meer dan 0.3% marktaandeel en met gelijk aan of meer dan 75% bereik;
  9. commerciële mediadiensten op aanvraag: met minder dan 2 miljoen euro omzet en minder dan 1% bereik;
  10. commerciële mediadiensten op aanvraag: met meer dan 2 miljoen euro omzet of meer dan 1% bereik.

Quota percentages

Afhankelijk van het type mediadienst zijn er verschillende quotabepalingen. Dit zijn:

  • Europese producties;
  • onafhankelijke Europese producties;
  • recente onafhankelijke Europese producties;
  • Nederlands- en Friestalige producties;
  • ondertiteling van Nederlands- en Friestalige producties.
Tabel: Minimum quota percentages per type mediadienst

Europese producties

Onder een Europese productie wordt verstaan een productie zoals bedoeld in artikel 1 van de Europese richtlijn. Denk hierbij aan producties afkomstig uit een Europese lidstaat. Ook producties afkomstig uit Europese staten die partij zijn bij het Europese verdrag inzake grensoverschrijdende televisie en coproducties vervaardigd in een van deze landen, worden aangemerkt als Europese producties. Een overzicht hiervan kunt u vinden in de lijst met landen voor Europese producties. Meer informatie hierover staat ook op de website van de Raad van Europa (COE).

De Europese quota zijn niet van toepassing op commerciële mediadiensten waarvan het media-aanbod slechts in één gemeente of een beperkt aantal aan elkaar grenzende gemeentes zijn te ontvangen. De Europese quota zijn ook niet van toepassing op programma-aanbod van commerciële mediadiensten dat uitsluitend bestemd is voor ontvangst buiten de Europese Unie en daar ook niet direct of indirect kan worden ontvangen.

Onafhankelijke Europese producties

Een onafhankelijke Europese productie is een productie die is gemaakt door een onafhankelijke producent. Een binnen- of buitenlandse publieke of commerciële media-instelling kan niet als een onafhankelijke producent worden beschouwd. Programma-aanbod dat door een media-instelling tezamen met een onafhankelijke producent tot stand is gekomen (een zogenoemde coproductie), wordt aangemerkt als onafhankelijke productie als de media-instelling niet wordt aangemerkt als producent van het desbetreffende aanbod. Als een publieke of commerciële media-instelling in een productiebedrijf deelneemt, is er mogelijk geen sprake van een onafhankelijke productie.

Als niet bekend is welke producent een productie tot stand heeft gebracht, wordt onder producent ook verstaan de distributeur van de productie. In dat geval kan het land waarin de distributeur is gevestigd worden aangemerkt als het land waarin de producent is gevestigd. In laatstgenoemd geval moet de media-instelling die de productie heeft verspreid, kunnen aantonen dat zij zich voldoende heeft ingespannen om de relevante gegevens over de producent van de productie te achterhalen.

Recente onafhankelijke Europese producties

Een recente onafhankelijke productie is een productie die aan bovenstaande voorwaarden voldoet en niet ouder is dan vijf jaar.

Mediadiensten op aanvraag

Het audiovisueel media-aanbod van publieke en commerciële mediadiensten op aanvraag moet voor ten minste dertig procent uit Europese producties als bedoeld in artikel 1 van de Europese richtlijn bestaan.

Naast een verplicht minimumpercentage van 30 procent bestaat er voor aanbieders van audiovisueel media-aanbod ook een inspanningsverplichting om de Europese producties onder de aandacht van het publiek te brengen.

Het onder de aandacht brengen van Europese producties kan onder meer door:

  • vanaf de startpagina van de dienst te verwijzen naar een sectie Europese producties;
  • de mogelijkheid om via de zoekfunctie van de dienst naar Europese producties te zoeken;
  • het gebruik van Europese producties in de campagnes van die dienst of een minimum percentage Europese producties die in de catalogus van die dienst worden aanbevolen, bijvoorbeeld door gebruik van banners of vergelijkbare instrumenten.

Ontheffingen Europese producties

De verplichting voor het behalen van het minimumaandeel Europese producties en het onder de aandacht brengen van Europese producties geldt niet voor aanbieders van audiovisuele mediadiensten op aanvraag met een lage omzet of een klein publiek. Als lage omzet wordt aangemerkt een jaaromzet tot twee miljoen euro, daarbij inbegrepen de jaaromzet van partnerondernemingen en verbonden ondernemingen. Als klein publiek wordt aangemerkt een landelijk aandeel van actieve gebruikers van minder dan 1%. Als aan een van beide vereisten wordt voldaan, kan een ontheffing worden aangevraagd bij het Commissariaat voor de Media.

Het Commissariaat voor de Media kan aanbieders van audiovisuele mediadiensten op aanvraag tevens ontheffing verlenen van bovengenoemde verplichtingen indien deze gelet op de aard of het onderwerp van de mediadienst op aanvraag praktisch onhaalbaar of ongerechtvaardigd zou zijn. Dergelijke ontheffingen zijn ook mogelijk voor aanbieders van omroepdiensten die op hun programmakanalen niet voldoende Europese producties kunnen aanbieden.

Er moet dan sprake zijn van bijzondere gevallen die samenhangen met de aard van het aanbod (bijvoorbeeld gericht op een zeer specifieke doelgroep, zoals kinderen) of het onderwerp (bijvoorbeeld zeer specifiek type aanbod, zoals Amerikaanse series) en/of het niet voldoende kunnen verkrijgen van rechten van Europese producties of bijzondere economische omstandigheden, zoals opstartproblemen van nieuwe diensten.

Bij aanbieders van omroepdiensten kunnen ontheffingen maximaal voor de looptijd van een toestemming worden verleend. Er zijn ook tijdelijke ontheffingen mogelijk. Deze kunnen worden verleend als nieuwe diensten niet vanaf het begin aan het vereiste percentage van Europese producties kunnen voldoen, door bijvoorbeeld opstartproblemen, maar na enkele jaren wel het vereiste percentage kunnen behalen. Tijdelijke ontheffingen kunnen worden verleend voor maximaal drie kalenderjaren, waarbij binnen deze periode in beginsel moet worden toegegroeid naar het voorgeschreven aandeel van 50% bij aanbieders van omroepdiensten dan wel 30% bij aanbieders van mediadiensten op aanvraag op basis van vooraf vastgestelde staffels. Op verzoek van een omroepdienst of aanbieder van een mediadienst op aanvraag kunnen de staffels bij het toekennen van een dergelijke ontheffing worden aangepast aan de specifieke omstandigheden van de dienst.

Nederlands- en Friestalige producties en ondertiteling

Nederlands- en Friestalige quota zijn bedoeld om de productie van oorspronkelijk Nederlands- en Friestalige producties te stimuleren. Hiertoe worden de volgende categorieën gerekend:

  • Producties die Nederlands- of Friestalig zijn ingesproken;
  • Producties die onderdelen van niet oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties bevatten, die in de Nederlandse of Friese taal worden begeleid door een presentator.

Onder inspreken wordt bedoeld het leveren van commentaar, het gebruik van een voice-over of het inspreken van animatie. Nagesynchroniseerde programma’s worden niet tot oorspronkelijk Nederlands- en Friestalige producties gerekend.

De ondertitelingsverplichting ziet toe op ondertiteling bij de oorspronkelijk Nederlands- en Friestalige producties. Voor de ondertitelingsverplichting maakt het niet uit of deze producties zijn voorzien van een op het beeld ingebrande ondertiteling of dat de ondertiteling is op te roepen via een (ingebouwde) decoder, zoals teletekst. In bijzondere gevallen kan ten aanzien van een bepaald programmakanaal geheel of gedeeltelijk ontheffing worden verleend van het voorgeschreven percentage ondertiteling.

Er is geen specifieke regelgeving over de kwaliteit of de wijze waarop de ondertiteling moet worden aangeboden.

Ontheffingen Nederlands- en Friestalige producties en ondertiteling

In bijzonder gevallen kunnen aanbieders worden vrijgesteld van de verplichting om een minimumpercentage Nederlands- en Friestalige producties aan te bieden en/of te ondertitelen. Daarbij kunnen onder meer de volgende omstandigheden worden betrokken:

  • de aard van het programmakanaal en de programmering;
  • de doelgroep van het programmakanaal;
  • het territoriale bereik van het programmakanaal (bijvoorbeeld als er specifiek programma-aanbod wordt verspreid dat zich ook (of vooral) richt op een uitzendgebied buiten Nederland).

Er kunnen ook omstandigheden zijn die een tijdelijke ontheffing rechtvaardigen. Dit kan als nieuwe programmakanalen niet vanaf het begin aan het vereiste percentage van oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties kunnen voldoen, door bijvoorbeeld opstartproblemen. Dan wordt voor dit soort programmakanalen ontheffing verleend voor een periode van maximaal drie jaar. Tijdens deze periode moet worden toegegroeid naar het voorgeschreven aandeel van 40%.

Rapportage

Alle media-instellingen die een wettelijke verplichting hebben om te rapporteren, doen dat volgens onderstaand schema.

Voor regionale publieke- en commerciële mediadiensten gelden de volgende data:

Over 2021 en 2022 moet gerapporteerd worden voor 1 juni 2023.
Over 2023 en 2024 moet gerapporteerd worden voor 1 juni 2025.

De rapportage voor televisieprogrammakanalen mag over het gehele jaar of over vier steekproefweken per jaar. Uitzondering hierop zijn de televisieprogrammakanalen NPO 1, NPO 2 en NPO 3, waarover het gehele jaar moet worden gerapporteerd.

De rapportage voor mediadiensten op aanvraag mag over het gehele jaar of over vier steekproefdagen per jaar. De steekproefdagen voor mediadiensten op aanvraag zijn telkens de eerste dag van een steekproefweek van lineaire kanalen.

Als vaststaat dat het audiovisueel media-aanbod (op een kanaal) van een aanbieder van een mediadienst op aanvraag voor 50% of meer uit Europese producties bestaat, kan voor de rapportage worden volstaan met het invullen en ondertekenen van het formulier Verklaring 50% Europese producties.

Rapportageformulieren en formulier Verklaring Europese producties

De rapportageformulieren zijn als zip-bestand te downloaden. Het uitpakken en gebruik van de bestanden wordt toegelicht in het document ‘gebruik van XMLS bestanden’. Mocht u alsnog problemen ervaren met het gebruik neem dan contact op via quota@cvdm.nl.

Gebruik van XMLS bestanden
Rapportageformulier quota 2024 (lineair)
Rapportageformulier quota 2023 (lineair)
Rapportageformulier quota 2024 (mediadienst op aanvraag)
Rapportageformulier quota 2023 (mediadienst op aanvraag)
Formulier Verklaring 50% Europese producties

Steekproefweken/-dagen

2023

  • maandag 6 februari 2023 tot en met zondag 12 februari 2023
  • maandag 5 juni 2023 tot en met zondag 11 juni 2023
  • maandag 18 september 2023 tot en met zondag 24 september 2023
  • maandag 30 oktober 2023 tot en met zondag 5 november 2023

2024

  • maandag 18 maart 2024 tot en met zondag 24 maart 2024 
  • maandag 3 juni 2024 tot en met zondag 9 juni 2024 
  • maandag 23 september 2024 tot en met zondag 29 september 2024 
  • maandag 4 november 2024 tot en met zondag 10 november 2024 

De steekproefdagen voor mediadiensten op aanvraag zijn telkens de eerste dag van een steekproefweek.

Uitkomsten

Het Commissariaat voor de Media ziet toe op de naleving van de quotabepalingen over recent Europees, onafhankelijk media-aanbod, oorspronkelijk Nederlandstalig of Friestalig programma-aanbod en programma-aanbod dat voorzien is van ondertiteling voor personen met een auditieve beperking. Media-instellingen moeten hierover rapporteren aan het Commissariaat. Als uit de rapportages volgt dat media-instellingen niet (geheel) hebben voldaan aan de voorgeschreven quota, dan beoordeelt het Commissariaat aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval of en zo ja, op welke manier daarop wordt gereageerd. Het Commissariaat heeft de bevoegdheid om handhavend op te treden door het opleggen van een boete. Normaal gesproken gaat het Commissariaat eerst met media-instellingen in gesprek om te achterhalen waarom de voorgeschreven quota niet zijn behaald. Dit gesprek kan bijvoorbeeld resulteren in een waarschuwing aan de media-instelling. Tot op heden heeft het Commissariaat geen boetes opgelegd voor het overtreden van de vereiste quota.

Voor media-instellingen die niet aan de wettelijk voorgeschreven quota kunnen voldoen, bestaat de mogelijkheid om een ontheffing aan te vragen. Als uit de rapportage volgt dat de media-instelling niet heeft voldaan aan de voorgeschreven quota in de ontheffing, dan gaat het Commissariaat ook eerst in gesprek met de media-instelling om te achterhalen waarom de in de ontheffing opgenomen quota niet zijn behaald. Vervolgens maakt het Commissariaat de afweging of aanleiding bestaat om verdere vervolgacties te ondernemen.

Hoe het Commissariaat in concrete gevallen toepassing aan het toezicht op de naleving van de verschillende quotabepalingen geeft, wordt in principe niet openbaar gemaakt.

Rapportage Programmaquota 2015 2016 Rapportage Programmaquota 2017 2018 Rapportage Programmaquota 2019 voor commerciële mediadiensten op aanvraag Rapportage Programmaquota 2019 2020 voor publieke en commerciële televisiekanalen Rapportage Programmaquota 2020 voor commerciële mediadiensten op aanvraag Uitkomsten quotabepalingen lineaire en non lineaire diensten 2021 2022

Meer informatie

De hier opgenomen informatie is een samenvatting van bepalingen uit wet- en regelgeving. Meer informatie over de quota, de ontheffingsregels en de wijze van rapporteren, is te vinden in de Beleidsregel quota publieke media-instellingen 2023 en de Beleidsregel quota commerciële media-instellingen 2023.